Ultravroege maïs wint steeds meer aan populariteit bij akkerbouwers en veehouders, vooral op zand- en lössgronden. Door de aangescherpte regels rondom de rustgewasverplichting biedt deze mais de flexibiliteit die nodig is om aan de wetgeving te voldoen, zonder de maisteelt op te geven.
Op zand- en lössgronden zijn boeren verplicht om eens in de 4 jaar een rustgewas te zaaien. Dit zorgt ervoor dat uitspoeling van nitraat vermindert en het draagt bij aan het verbeteren van de bodemgezondheid. Ultravroege mais speelt hier slim op in: dankzij de kortere groeiperiode is het mogelijk om de mais vóór 1 september te oogsten zodat er tijdig een groenbemester gezaaid kan worden om te voldoen aan de rustgewasverplichting*.
Ondanks de korte groeiperiode levert ultravroege maïs een uitstekende voederwaarde en het juiste drogestofpercentage. Dit maakt het een betrouwbare keuze voor veehouders die streven naar hoogwaardige voeding voor hun dieren. Door de vroege oogst wordt bovendien het risico van natte weersomstandigheden tijdens de oogst in de herfst verkleind.
AMBIENT en FLYNT zijn de vroegste maisrassen die in Nederland verkrijgbaar zijn. Beide rassen hebben een vlotte beginontwikkeling en vroege afrijping. Ook de resistentie tegen builenbrand is zeer goed. AMBIENT kenmerkt zich door het hoge zetmeelgehalte. FLYNT heeft een zeer goede plantverteerbaarheid en VEM/kg ds. De volledige resultaten van deze rassen zijn te vinden in het ‘Rassenbulletin snijmais ultra vroeg (groeiseizoen 18 weken)’ van 2023 en 2025.
AMBIENT en FLYNT passen uitstekend in een bouwplan waarin wordt gestreefd naar een oogst vóór 1 september. Anderzijds geeft het korte groeiseizoen van deze rassen ook de mogelijkheid om in eind juni nog mais te zaaien. Dit geeft ruimte voor het oogsten van een voorvrucht waardoor er in één jaar twee gewassen geteeld kunnen worden.
*Raadpleeg www.rvo.nl voor de actuele wet- en regelgeving