Biodiversiteit is een hot topic. Zowel bij overheden zoals gemeenten, waterschappen en provincies als in de particuliere sector. Het meest voorkomend zijn de plantsoenen, bermen en landschapstuinen. Gras wordt, waar mogelijk, steeds vaker vervangen door een bloei- of kruidenmengsel. Hiermee wordt een dubbel effect bereikt: ondergronds meer organische activiteit en bovengronds een kleurig bloemenveld voor bijen, insecten en andere dieren. Onze mengsels zijn speciaal afgestemd op de verschillende behoeftes voor diverse locaties.

Waarom een bloeimengsel?

Er zijn verschillende redenen om te kiezen voor een bloeimengsel met verschillende soorten, bijvoorbeeld:

  • opfleuren braakliggende terreinen
  • natuurlijke plaagdierbestrijding
  • inrichten specifiek leefgebied voor bepaalde insecten
  • bevorderen van zowel de bovengrondse als ondergrondse biodiversiteit

Het is belangrijk dat u het doel voor ogen heeft wat u wilt bereiken, vóórdat u een keuze maakt voor uw bloeimengsel.

Zaai-instructies bloeimengsel

Zaai­bed

Wanneer mogelijk bewerkt u de bestaande vegetatie/grond  oppervlakkig met een overtopfrees.  Deze machine legt de bestaande vegetatie compleet onderin en zorgt voor een mooi begin van een ‘vals zaaibed’. 

Vervolgens de grond in de twee weken daarna nog 1 á 2 keer lichtelijk bewerken (schoffelen/harken), afhankelijk van de kiemdruk van eventuele onkruiden.
Zorg vervolgens voor een zaaibed dat egaal en toch enigszins kruimelig is. Niet te grof!

Zaai­en

Kijk naar zowel de weers- als bodemomstandigheden. Er moet voldoende temperatuur zijn en vocht in de bodem en zaai dan conform het voor het mengsel aangegeven zaaiadvies. Let op dat u kijkt in welke periode u het beste kunt zaaien.

Machinaal: Meng het zaaizaad eventueel met vulstof (houtproduct) om volume te krijgen zodat u makkelijker de gewenste hoeveelheid kunt afdraaien en inzaaien.

Handmatig: Meng het zaaizaad eventueel met scherp zand om zo wat volume te krijgen zodat u makkelijk kunt strooien.

Na het zaai­en

Zorg voor voldoende vocht in het stadium van kiem en opkomst.

  • Voeg geen stikstofbemesting toe: bloeiende soorten gedijen op arme grond, hoe armer hoe beter
  • Maai pas als ALLES is uitgebloeid, afhankelijk per groeiseizoen maar altijd pas in het najaar
  • Let op dat u een minimale maaihoogte van >10 cm hanteert. Dit om rozetten van ontstane planten te ontzien.
  • Maaisel laten liggen en pas na enkele dagen afvoeren geniet de voorkeur, eventuele zaden kunnen zich dan nog verspreiden.

Wilt u advies? Neem contact op met onze specialisten:

Naar de bloei­meng­sels: