Hoge voederwaarde met de juiste rassen zorgen voor hogere melkgift
Elk jaar en elk seizoen is anders, maar de basis en het doel voor elke veehouder is elk jaar hetzelfde: veel en goed ruwvoer winnen om zo makkelijk en zoveel mogelijk te melken tegen lage kosten. Luuk Maas is Product Manager Ruwvoer bij DSV zaden Nederland en runt een melkveebedrijf in het Limburgse Afferden. Luuk legt aan de hand van zijn theorie- én praktijkervaring uit hoe belangrijk voederwaarde is en hoe deze de melkuitgifte significant kan verhogen.
Luuk Maas verklaart: “Vraag je een veehouder wat het meest belangrijk is voor hem of haar betreffende het grasland, dan zul je vaak horen “zoveel mogelijk opbrengst”. Wanneer je echter doorvraagt wat dan de opbrengst van het afgelopen jaar was, blijft het vaak stil.”
Tonnen droge stof per ha? Aantal geloste wagens? Of de kuilplaat? Ja, die zit dit jaar propvol of helaas juist niet; iets wat in de voorbije droge jaren helaas ook vaak werkelijkheid was.
Luuk legt uit: “Wanneer je dezelfde veehouder de vraag voorlegt wat de kwaliteit van de kuil is en hoeveel VEM en eiwit de kuil bevat, dan krijg je vaak wél een exact antwoord. De kuilplaat kan dan wel propvol zitten, maar hiervoor krijg je als veehouder niet betaald. De koe moet er namelijk melk van produceren en er zit een limiet aan de kilogrammen droge stof die per dag gevreten kunnen worden.”
“Wanneer elke hap die de koe vreet nét iets te weinig energie en eiwit bevat zal dit ten koste gaan van de melkproductie, en mogelijk moet er dan gecompenseerd worden met duurder krachtvoer.
Het is dan niet de koe, maar de veehouder die dan waarschijnlijk de hele winter met deze propvolle kuil in zijn of haar maag zit,” aldus Maas.
Natuurlijk is opbrengst van groot belang en als basis moet er op het bedrijf voldoende ruwvoer gewonnen worden. Maar het verschil tussen een mooi volle kuilplaat en een propvolle kuilplaat is iets wat men zich het jaar erna niet meer herinnert. Een kuil waarvan niet goed gemolken werd zal veel langer in het geheugen blijven.
DSV zaden is toonaangevend als het gaat om onderzoek naar voederwaarden. Jarenlange en consequente selectie op verteerbaarheid en suikergehalte heeft geleid tot rassen waar aantoonbaar meer melk mee geproduceerd kan worden. DSV zaden onderzoekt continu de prestaties van haar rassen op dit kenmerk, naast de gebruikelijke Rassenlijstcriteria als o.a. opbrengst, ziekteresistentie en wintervastheid.
In proeven waarbij de topmengsels van DSV vergeleken zijn met andere top mengsels op de Nederlandse markt zien we dit ook duidelijk terug. Luuk Maas legt uit: “Met de COUNTRY MilkMore mengsels kan meer gemolken worden doordat deze meer energie bevatten en beter verteerbaar zijn. Zo bleek MilkMore 14 zo’n 3% beter verteerbaar wat resulteert in bijna 2 liter meer melk per koe per dag.”
Luuk Maas legt uit: “Wetenschappelijke studies tonen aan dat een toename van de verteerbaarheid van ruwvoer met 1% de melkproductie met 0,25 kg/koe/dag kan verhogen. Een betere celwandverteerbaarheid verhoogt ook de fosforbenutting in de koe. Daardoor kan de fosfaatkringloop verbeteren.”
Bij DSV zaden krijgen alleen de rassen met een aantoonbare hogere voederwaarde het kenmerk ‘ Milk Index’.
De COUNTRY MilkMore mengsels van DSV zaden zijn samengesteld met een hoog aandeel rassen met een Milk Index-label. Dit betekent: