De (bodem)temperatuur is aan het afnemen en als gevolg hiervan is ook de grasgroei minder. De volgende tips zorgen ervoor dat u volgend seizoen een goede start maakt met uw grasland.
De graslengte heeft een grote invloed op hoe de zode de winter uit komt. Het gras mag niet te lang én niet te kort de winter ingaan.
Gras dat langer dan 10 cm is heeft een groter risico dat het onderin verstikt en gaat rotten. Wanneer dit gebeurt, is de kans op vorstschade een stuk groter. Zorg daarom dat het gras korter dan 10 cm de winter in gaat. Om het gras niet te lang de winter in te laten gaan kan ervoor gekozen worden om het te beweiden met schapen; dit komt tegelijkertijd de zodevorming van het grasland ten goede.
Bij nieuw ingezaaid grasland wordt aangeraden het gras niet korter dan 7 cm de winter in te laten gaan. Bij te kort gras is er onvoldoende reservevoedsel aanwezig. Dit belemmert de opkomst in het voorjaar.
Loop alles even na wat bijdraagt aan de ontwatering van uw graslandpercelen, of het nu een duiker, drainbuis of greppel is. Als dergelijke onderdelen niet goed ontwateren kunt u deze tijdig doorspuiten en/of frezen. Dit zorgt ervoor dat de ontwatering niet in het geding komt en hier in het voorjaar van geprofiteerd kan worden.
Controleer uw percelen op open plekken. Hier kunnen onkruiden en ongewenste grassen zich gemakkelijk vestigen. Dit komt de voederwaarde en opbrengst niet ten goede. Ziet u nu al open plekken in uw percelen? Houdt deze in het voorjaar extra in de gaten en zet alvast de mogelijke opties voor verbetering op een rijtje.
06 21 23 86 00 | |
bernard.bles@dsv-zaden.nl |
06 21 58 24 36 | |
roy.kuenen@dsv-zaden.nl |