Kijk bij groenbemesters eens ín de bodem
TerraLife® ervaringen uit de praktijk
TerraLife® ervaringen uit de praktijk
We zijn gesprek met Ruben Groeneveld. Ruben runt met zijn vader en broer een akkerbouwbedrijf in het Zuidhollandse Vierpolders. Het bedrijf is door opa Klaas Groeneveld in 1959 opgestart; sinds 1976 is het bedrijf volledig overgeschakeld op akkerbouw. Ruben teelt al meer dan 8 jaar diverse soorten TerraLife® groenbemesters tussen zijn hoofdteelten door. Met zo’n rijke ervaring zijn we heel benieuwd naar zijn werkwijze en expertise.
Ruben vertelt: “Wij verbouwen diverse gewassen: tafelaardappelen, frietaardappelen, zaaiuien, eerstejaars plantuien, sjalotten, witlofpennen, tarwe, wintergerst en suikerbieten. De aardappels verbouwen we met een bouwplan van 1 op 4; de uien in een bouwplan van 1 op 8. De bodem van onze percelen in Vierpolders is sterk wisselend: van zware zeeklei afslibbaar tot 60% tot heel lichte zeeklei, bijna zand. Ons bouwplan zetten we rond met uitwisseling
Maatschap Groeneveld teelt onder andere TerraLife® WarmSeason, Betamaxx en SolaRigol TR groenbemesters. De WarmSeason wordt ingezet na een wintergerst vroeg in het seizoen. De Betamaxx voor een bietenteelt en tenslotte de SolaRigol voor een teelt van aardappelen.
Groeneveld vervolgt: “Al meer dan 8 jaar maken wij gebruik van groenbemestermengsels. Dit werd destijds aangeraden door onze adviseur van Van Iperen. Door een diversiteit aan beworteling wordt de bodem kruimiger en hierdoor wordt de bodem ook weer beter bewerkbaar,” aldus Ruben. “Wel zien we door het wegvallen van diverse middelen een toename van slakken en ritnaalden. Slakken zien we vooral terug op de wat zwaardere klei. De ritnaalden zien we nog niet veel, maar elke aardappel waar een gaatje in zit gaat eruit en dat willen we natuurlijk niet.” Om dit op te lossen kiest Ruben ervoor om de grond even langer braak laten houden en de groenbemester wat later in te zaaien, met extra aandacht voor het zaaibed. “Ook gaan we tarwe in een ruimer bouwplan zaaien,” vertelt Ruben. “Na uien hebben we minder last van slakken, maar uien vragen weer meer van de grond, dus na de uien is de inzet van een groenbemester weer belangrijk.”
Er is dus heel bewust gekozen voor de inzet van een groenbemester. “Niet omdat het moet van de wetgever of voor de subsidie, maar omdat het écht goed is voor de bodem. We zijn na 8 jaar nog steeds zeer tevreden met deze keuze,” aldus Groeneveld.
TerraLife® SolaRigol TR is een uitstekende groenbemester voor de start van een aardappelteelt. Ruben bevestigt dat: “We hebben gekozen voor de TerraLife® SolaRigol door de grote diversiteit aan beworteling. Je kan deze ook nog prima laat zaaien. Vorig jaar hebben we in september nog gezaaid na een teelt van sjalotten en was er sprake van een gewas tot wel 40-60 cm hoog. Dit was dus boven de grond al geslaagd, maar onder de grond was de beworteling ook perfect. We zagen veel diepe en ondiepe wortels, zelfs onder de ploegzol waren nog wortels te vinden. Veel boeren kijken enkel naar de bovenkant van het gewas, terwijl de bodem zeker zo belangrijk is, misschien nog wel belangrijker.”
Groeneveld teelde voorheen alleen met enkelvoudige groenbemesters. Sinds ca. 8 jaar is hij gestart met mengsels. TerraLife® SolaRigol is een soortenrijk mengsel met een aantal componenten door elkaar. “De inzet van één soort groenbemester geeft altijd wel ergens een nadeel,” zegt Ruben. “Ik denk dat dit probleem minder is als je een mengsel zaait. De grond verbetert door een wisseling in beworteling. Ook is de slagingskans van het gewas groter, hoewel mijn ervaring is dat de groenbemester eigenlijk altijd wel lukt. Belangrijk is dat je aandacht besteedt aan het inzaaien. Met nauwkeurig inzaaien creëer je goede omstandigheden waardoor de groenbemester goed kan slagen.”
Groeneveld beschouwt de teelt van groenbemester hetzelfde als de teelt van een hoofdgewas. “Vooraf bemesten we de groenbemester met ongeveer 200 kg KAS, maar we gebruiken ook wel geitenmest. Als het stro op het land achterblijft strooien we meer KAS. Hierdoor kan het stro beter verteren en krijgt de groenbemester meer kans om te ontwikkelen,” aldus Ruben. “Als het stro afgevoerd wordt rijden we dierlijke mest ter verbetering van de grond.
Hij vervolgt: “Voor het zaaien bewerken we de bodem met een 6-poot kromme tanden op 30 cm de grond in. Daarna gaat met de rotorkopeg (diep kapotslaan en vlak maken) en de zaaimachine het zaad in één keer erin. Dat werkt efficiënt: één persoon kan 15 ha per dag bewerken. In een goed zaaibed komt altijd alles op. Soms als er stro op het land achtergebleven is gebruiken we ook de schijveneg.”
Groeneveld ploegt vooral in het najaar, maar kiest er soms voor om de groenbemester tijdens de winter te laten staan op de lichte grond. “De grond waarop de groenbemester gestaan heeft is kruimiger dan wanneer er geen groenbemester is gezaaid. We ervaren dit zowel op de lichte als de zware gronden,” aldus Ruben.
Niet Kerende Grondbewerking (NKG) wordt door de maatschap met de aardappelen nog niet toegepast. Ruben zegt hierover: “Zoals gezegd laten we weleens groenbemesters tijdens de winter staan, dit gebeurt vooral bij het mengsel WarmSeason en was op lichtere grond. Deze grond is makkelijk te bewerken met 15% afslibbaar. We hebben ook gemerkt dat de groenbemester die bleef staan veel water opnam. In het voorjaar wilden we drainagebuizen uitspuiten. Deze bleken geen water te hebben gehad. De groenbemester had alle vocht vastgehouden.”
Op de vraag of Ruben nog tips heeft voor andere telers antwoordt Ruben: “Boeren kijken vaak alleen boven de grond. Maar juist ín de bodem kijken is ook heel belangrijk; kijk ook dieper in de grond. Samen met van Iperen hebben we afgelopen najaar nog een profielkuil gegraven, waarbij we duidelijk de positieve impact van de groenbemester in de bodem konden zien.” En als laatste: “Beschouw een groenbemester hetzelfde als de teelt van een hoofdgewas. Beschouw het niet als een bijzaak. Bereid een goed zaaibed voor. Je maakt kosten, dan wil je ook rendement op de groenbemester.”
Maatschap Groeneveld past precisielandbouw toe. De gewassen krijgen met behulp van GPS- en sensortechnologie heel nauwkeurig die behandeling die ze nodig hebben. Hierdoor kan de productie geoptimaliseerd worden en werkt de maatschap aan een duurzamere teelt. Lees hierover meer op hun website: https://www.mtsgroeneveldvierpolders.nl/precisielandbouw/
Foto maatschap Groeneveld: Van Iperen BV
