Datum: 04.08.2021

Mede aangezwengeld door de wetgeving rondom vergroening en het tegengaan van nitraatuitspoeling staan groenbemesters vaker op de akkers. ‘Kies je voor soortenrijk mengsel, dan is het direct een bodemkuur’, zegt Jos Deckers, verkoopdirecteur bij DSV zaden.

Jos Deckers, DSV zaden

Bouwplan begint met groenbemester

Veel boeren en tuinders zien groenbemester als het sluitstuk van hun bouwplan. Jos Deckers pleit ervoor om juist andersom te redeneren: je begint met de groenbemesters en de bijbehorende vragen. ‘Wat wordt mijn volgende hoofdteelt en welke groenbemester wil ik voorafgaand op het land hebben? Wil ik vergroenen volgens de GLB of heb ik last van parasitaire aaltjes en kan ik die met een groenbemester tegengaan? Wil ik de bodemvruchtbaarheid verbeteren en nutriënten optimaal benutten?’

Om met de laatste vraag te beginnen; voor de bodem en biodiversiteit is een soortenrijk mengsel de beste keuze, redeneert Deckers. ‘Biodiversiteit gaat over wat je boven de grond ziet in de combinatie van grassen, kruis- en vlinderbloemigen, maar zeker ook wat er onder de grond gebeurt met de verschillende wortelstelsels en hun invloed op het bodemleven.’

De combinatie van gewassen zorgt voor een brede variatie aan beworteling. ‘Planten maken meer wortels aan als ze met meerdere soorten bij elkaar groeien. Dat zorgt voor een betere vastlegging van koolstof in de bodem, voor een betere bodemstructuur en een betere doorlaatbaarheid en minder uitspoeling van nutriënten’, zegt Deckers. ‘Het belang van een goede bodem wordt ook steeds meer door boeren en tuinders erkend.’

Onmisbaar op het land

De groenbemesters winnen aan populariteit in alle sectoren; vollegrondsteelt, akkerbouw en veehouderij. ‘Ze zijn natuurlijk van oudsher al onmisbaar op het land, maar met de komst van kunstmest en ruime bemestingsnormen in de vorige eeuw zijn ze een tijd lang uit beeld geweest’, analyseert Deckers, werkzaam bij DSV zaden in het Noord-Limburgse Ven-Zelderheide.

Door de verscherpte regelgeving, zoals de verplichte groenbemester na mais op zand of lössgrond, of als onderdeel van vergroening zijn de groenbemesters weer vol in beeld. ‘Tel daar bij op dat op veel plaatsen de bodemvruchtbaarheid terugloopt en dat door klimaatverandering droogte of juist hoosbuien frequenter voorkomen. Met de beperkingen op het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen groeit het belang van de weerbare bodem wat weer de basis is voor weerbare planten’, zegt de DSV-specialist.

De zadenproducent heeft al een kleine tien jaar soortenrijke groenbemesters in het assortiment, onder het label TerraLife. Ze dragen bij aan een gezond bodemleven wat inzichtelijk gemaakt kan worden door de microbiële activiteit in kaart te brengen. In Duitsland loopt het onafhankelijke onderzoeksproject CATCHY, waarbij het soortenrijke TerraLife vergeleken wordt met braakliggende gronden en gele mosterd als monocultuur. ‘Het onderzoek loopt nog, maar de tussentijdse resultaten laten zien dat bij een soortenrijk mengsel door bacteriën, schimmels en afscheidingen van de wortels meer nutriënten vrijkomen en de biodiversiteit toeneemt. Daar kan een volgende teelt flink van profiteren.’

Teeltmanagement

Een vruchtbaar gebruik van groenbemesters vraagt volgens Deckers om teeltkennis en dezelfde aandacht als voor de hoofdteelt. Dat begint met een goed verkruimeld zaaibed voor een vlotte kieming. Daarbij moet er voldoende stikstof beschikbaar zijn in de bodem, afhankelijk van het aandeel vlinderbloemigen.

Het is zaak om tijdens de groeiperiode te voorkomen dat soorten zaad vormen, want dat kan tot ongewenste kruiden leiden in de volgende hoofdteelt. Om te zorgen dat het gewas tijdens de wintermaanden voldoende afsterft, heeft DSV zaden verschillende vorstgevoelige mengsels ontwikkeld. ‘En anders kun je de groenbemester in het najaar walsen. Vervolgens is het aan de regenwormen om de plantenresten in de bodem te brengen om het gehalte organische stof te vergroten.’

De verschillende samenstellingen van de TerraLife-groenbemesters zijn uitvoerig beproeft en getest. Dat gebeurt met name bij DSV in Duitsland, bij de Noord-Limburgse vestiging of in samenwerking met dealers die demovelden hebben. ‘We kijken vooral naar een goede balans in de mengsels en naar de regionale klimatologische verschillen.’

DSV zaden heeft verschillende soortenrijke groenbemesters in de markt gezet. Zo is het mengsel BetaMaxx ontwikkeld vóór de teelt van suikerbieten en geschikt voor akkerbouwers die mulchen en directzaai toepassen. WarmSeason is vroeg te zaaien en blijft lang staan. De nieuwe variant TerraLife N-Fixx is juist geschikt voor boeren en tuinders die niet-kerende grondbewerking toepassen. Daarnaast zijn er een viertal mengsels die voor de biologische teelt geschikt zijn.

Een nadeel van soortenrijke groenbemesters kan zijn dat parasitaire aaltjes zich vermeerderen. Deckers: ‘Biodiversiteit én geen enkel parasitair aaltje, dat is niet te doen. Belangrijk is om de ‘good guys’ te stimuleren, zodat je minder last hebt van eventuele ‘bad guys’. Voor telers die een groenbemester zoeken die parasitaire aaltjes reduceert is Trident beschikbaar. Dit is een triple resistente bladrammenas.’

Daarnaast kosten groenbemesters geld en tijd. ‘Ik zie dat als een investering: een goede bodem betaalt zich ruimschoots terug, niet alleen voor het milieu, maar zeker ook voor de hoofdteelt’, reageert Deckers. ‘Daarbij zijn de vlinderbloemige gewassen echt cruciaal voor een toekomstbestendige landbouw in Nederland.’

De verkoopdirecteur betitelt koolstof als het ‘zwarte goud’. ‘Het onderzoek staat nog in de kinderschoenen, maar juist een soortenrijke groenbemester kan veel meer koolstof opslaan dan braakliggende grond of een monocultuur. Het kan daarom een grote rol spelen bij de regeneratieve landbouw, waarbij de bodemkwaliteit verbetert en waar hopelijk een verdienmodel voor boeren en tuinders bijkomt in ruil voor hun maatschappelijke bijdragen.’

Bron: Nieuwe Oogst